Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954

 

Artikel 4
1
Om overeenkomstig de voorschriften van het verdrag een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk te doen mededelen in een der Staten, waar het verdrag van kracht is, wordt het exploit gedaan en het afschrift doorgezonden op de wijze, aangegeven bij artikel 55, eerste lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2
Behalve de vereisten, bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor het exploit gesteld, zal daarbij worden vermeld het beroep of de maatschappelijke betrekking der partijen, zomede het adres van degene, aan wie de mededeling wordt verlangd. Tevens wordt daarin vermeld, dat het exploit overeenkomstig het verdrag moet worden medegedeeld, met opgave of verlangd wordt:
a
eenvoudige afgifte;
b
mededeling in de vorm, die in het land van bestemming is voorgeschreven voor het verrichten van soortgelijke mededelingen;
c
mededeling, als sub b bedoeld, alléén voor het geval, dat eenvoudige afgifte niet mogelijk is; of
d
mededeling in een bijzondere, in het exploit duidelijk aan te geven vorm.
In elk der laatste drie gevallen is het exploit vergezeld van een vertaling in een der talen, bedoeld bij artikel 3 van het verdrag; wordt bij het exploit een afzonderlijk stuk betekend, dan geldt hetzelfde omtrent dit stuk, zo het niet in een van die talen is gesteld. De vertaling moet voor overeenstemmend verklaard zijn door een beëdigd vertaler in het land van bestemming of door een beëdigd vertaler in Nederland.
3
Een tweede exemplaar van het exploit, alsmede van de in het voorgaande lid bedoelde stukken en vertalingen zal worden bijgevoegd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •